De mooiste routes zitten in je hoofd. Daarom zijn de routes waar je veel moeite voor heb moeten doen het mooist. Daarom ook zijn de routes waar je van te voren veel over gedroomd hebt het mooist.
Ik weet vrij zeker dat ik nooit meer moeilijker routes zal klimmen dan ik vroeger gedaan heb. Dat is wennen, want de eerste alinea klopt niet. Het mooist zijn niet de routes die je gedaan hebt, maar de routes die je wilt doen; de routes waarvan je nu droomt. Die zijn het mooist.
Zo is een van mijn mooiste routes Choucas in Buoux. Die route heeft alles, een overhangend rukstuk, een dyno, een pasje aan kleine randjes en een schuifplaatje op het eind. Die zou ik graag eens klimmen. Maar helaas, alleen in m'n dromen zie ik dat nog gebeuren.
Er zijn natuurlijk genoeg moeilijke routes, waar ik goede herinneringen aan heb, zoals bijvoorbeeld Cima Nikita in Berdorf. Met z'n prachtige ambiance. Bij de crux hèb je me toch een partij lucht onder je. Op de dag dat ik ‘m klom kende ik de route nog niet eens zo goed, maar ik zat tijdens de poging zo goed in m'n ritme, dat ik ‘m soepel van onder tot boven klom, met het stukje rukken onderin, de grote grepen en de hijs daarna, met de verklemming van de ringvinger, waar je aan clipt, en de gaatjes bovenin.
Maar de route waar ik het meest blij mee was toen ik hem geklommen had is een boulder op de betonnen muur op het sportcentrum van de Universiteit in Enschede, waar ik klimmen heb geleerd. Het heet de ‘Traverse onder het driehoekje zonder voegen' en ik ben er lang mee bezig geweest. Het was een van de laatste ‘grote problemen' van de betonnen wand. De oplossing kwam toen ik m'n rechterbeen hoog rechts van me ging neerzetten. Pas daardoor kon ik goed naar links reiken naar het randje dat daar zit en het aplatje bijpakken. Het viel me toen op dat je door de grote concentratie die vereist was om het probleem te klimmen, eigenlijk alleen maar die paar vierkante centimeter van de wand zag waar de grepen zaten, als in een droom, waarin je de details ziet en de rest een grijze achtergrond is.